Styling fouten die je niet moet maken

‘Personality goes a long way’ is een uitspraak die zeker opgaat voor interieur design. Een persoonlijke noot doet wonderen. Voorkom de veelgemaakte fout van de eenheidsworst of het showroom effect, en ga voor jouw eigen stijl! Maar waar kun je in elk geval op letten als het gaat om je interieur?

Voer geen enkel idee over de top door. Als je de kleuren eenmaal gekozen hebt, is het geen ‘KLEURslijf’ maar een richtlijn. Geef daarom altijd een persoonlijke touch. Sommige stijlfouten liggen aardig voor de hand: een bloemetjesbehang met een bloemetjes gordijn… tja, we snappen allemaal wel dat dat misschien niet zo lekker matcht. Maar welke - minder voor de hand liggende - dingen zien we over het hoofd als het gaat om ons interieur?

Snuisterijen, accessoires en kunst, werken vooral goed als:
- het er geen dertien-in-een-dozijn zijn;
- het er niet teveel zijn;
- als elk (liefst uniek) accessoire de ruimte krijgt;
- als accessoires qua stijl en materiaal aansluiten op de woonstijl.

Licht geeft lucht:
Verlichting moet zowel functioneel zijn waar je het nodig hebt, als sfeer verschaffen. Goede verlichting in huis vult elkaar aan, en past naadloos bij jouw gekozen stijl qua materiaal, kleur en vorm. Vergeet daarbij het natuurlijke licht én de raambekleding niet!

Opruimen geblazen:
Creëer ruimte voor je nieuwe interieur. Teveel spullen is de eerstgenoemde reden van stylisten waarom een stijl niet goed uit de verf komt. Al die leuke snuisterijen winkels tegenwoordig helpen ons ook niet. Ook onze emotionele hechting aan spullen zit ons onbedoeld vaker in de weg dan we denken. Opruimgoeroe Marie Kondo wijdde aan ‘ontspullen’ een serie op TV (nu op Netflix!) en een boek. Het loont de moeite je hier eens in te verdiepen als je denkt dat rommel jouw probleem is. Vergeet ook de bedrading van al je apparatuur niet weg te werken.

Lekker lopen en leven:
Tot slot… De indeling. Dit zijn nu juist die belangrijke, laatste finesse kneepjes; creëer balans en maak knusse hoekjes die in de ruimte op zichzelf lijken te staan, en toch samenhangen. Dat is een kunst die iedereen zich meester kan maken. Regel één: zet niet alles strak tegen de wand aan. Zet een tafel eens dwars, of een bank midden in de ruimte. Oók (juist!) kleine kamers zijn hiermee gebaat. Met kleden op de grond leg je de verbinding tussen zitruimtes.